woensdag 29 juni 2011

Arm van hart

De ‘cover’ van het eerste deel geeft een hele mooie tekst weer:
‘De eerste stap van onze tocht is leren begrijpen hoe arm het hart is, ons eigen hart onderzoeken en ons afvragen waarom het soms te moeilijk is mensen in nood te helpen.
Hoe wordt onze barmhartigheid gesmoord door zaken als materialisme en individualisme? Onderweg gaan we de last van ons schuldgevoel afleggen en in plaats daarvan Gods genade oppikken.’

Wat een rake, ware en troostvolle woorden aan het eind: oppikken van Gods genade.

Beproevingen
Jezus heeft ons al gewaarschuwd dat we het zwaar krijgen in deze wereld (Johannes 16:33).
Lijden is voorbestemd voor de mensheid.
1,4 miljard mensen leven in extreme armoede, minder dan 1,25 dollar per dag!
Elke dag sterven er 25.000 kinderen onder de vijf jaar van de honger en ziekten die voorkomen hadden kunnen worden.
En elk van die 25.000 kinderen heeft een naam.
Een diamant die God geschapen had om zijn licht precies op zijn of haar speciale manier op te vangen en te weerkaatsen, maar die liggen op de grond, vertrapt, modderig, niet langer herkend, vergeten …

Aan de andere kant is er zoveel welvaart, het gemiddelde bruto nationaal inkomen in Nederland is ruim 50.000 dollar per hoofd van de bevolking.
Mijn leven is een totaal ander leven, dan die 1,4 miljard mensen.
Een leven in welvaart.
Wij hebben veel meer materiële rijkdom dan alle generaties voor ons.
De megabedrijven schieten uit de grond, megawinkelcentrums zijn er in overvloed.
En toch, is tevreden zo’n zeldzaam woord in het rijke, welvarende gedeelte van de wereld.

En wat doe ik?
Ik probeer te letten op mijn uitgaven, op schoon energie verbruik. Wanneer het kan koop ik fair-trade producten, en ik sponsor een kindje aan de andere kant van de wereld.
Zou God hier blij mee zijn?

Ook in de geschiedenis van de Bijbel komen we deze vraag tegen.
De woorden van Jesaja komen binnen met een dreun:

‘Roep luidkeels, zonder je in te houden,
verhef je stem als een ramshoorn.
Maak aan mijn volk zijn misdaden bekend,
aan het volk van Jakob zijn zonden.

Zeker, ze zoeken mij dag aan dag,
vol verlangen om te ontdekken wat ik wil,
zoals een vreemd volk dat rechtvaardig leeft
en het recht van zijn goden niet verzaakt.
En ze vragen naar mijn rechtvaardige voorschriften
en verlangen naar Gods nabijheid.

 ‘Waarom ziet u niet dat wij vasten,
en merkt u niet op dat wij ons onthouden?’
Omdat jullie op je vastendagen nog handeldrijven
en jullie arbeiders afbeulen (…),

Zou dat het vasten zijn dat ik verkies?
Is dat een dag van onthouding:
dat iemand het hoofd buigt als een riet
en zich met een rouwkleed neerlegt in het stof?
Noemen jullie dat soms vasten,
is dat een dag die de HEER behaagt?

Is dit niet het vasten dat ik verkies:
misdadige ketenen losmaken,
de banden van het juk ontbinden,
de verdrukten bevrijden,
en ieder juk breken?

Is het niet: je brood delen met de hongerige,
onderdak bieden aan armen zonder huis,
iemand kleden die naakt rondloopt,
je bekommeren om je medemensen?’

Ik zie overeenkomsten.
Het godsdienstige leven van de Israëlieten lijkt zoveel op die van mij.
Zij baden trouw, gingen elke dag naar te tempel.
Oke, ik ga niet iedere dag naar de kerk, en ik verlang naar Gods nabijheid, samen met zoveel andere christenen, als we naar de kerk gaan.
Ik lees in de Bijbel, bid elke dag.
Zou God hier blij mee zijn?

God geeft aanwijzingen, ‘je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen.’
Ook Jacobus (1:27) leert mij: ‘Voor God, de Vader, is alleen dit reine, zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven.’

Rijke dwaas
‘Maak me niet arm, maar ook niet rijk, voed me slechts met wat ik nodig heb. Want als ik rijk zou zijn, zou ik u wellicht verloochenen, zou ik kunnen zeggen: ‘Wie is de HEER?’
                                               Spreuken 30:8-9

Ik ben rijk, behorend tot de financiële elite van deze wereld, en waarschijnlijk zijn jullie blog lezers dit ook.
Vaak vind ik dat ik arm ben, dat ik eigenlijk meer zou moeten geven voor de andere mensen, maar dit simpelweg niet doe, omdat het geld er niet zou zijn.
Wanneer ik naar de nieuwbouw rij, zie ik daar huizen staan waar ik vaak het gevoel bij krijg dat ik arm ben, omdat dit huizen zijn van meer dan 500.000 euro.

Mijn rijkdom, en de rijkdom van het Westen is onze afgod die ons verblindt, misleidt en verstikt.
De levensstandaard stijgt continu.
Geniet ik van de rijkdom die ik bezit?
Nee, het maakt me hebberig, altijd maar bezig zijn met een strooptocht naar meer.
Wanneer ik iets gekocht heb, kan ik dit afstrepen op mijn lijstje, en kan gaan bedenken wat ik dan hebben wil, als ik dit al niet bedacht had!
Ik zit vast in de sleur van die race: mijn bezittingen zijn als een taaie modder, waar ik doorheen waad. Nóg een nieuwe broek, nóg een paar nieuwe schoenen, nóg een ………… .
Al snel sta ik vast tot aan mijn hoofd, en kan ik niet meer lopen.

Het goede leven, mythen en denkfouten
‘Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als hij er het leven bij inschiet? Wat zou een mens niet overhebben voor zijn leven?’
                                               Mattheüs 16:26

Deze wereld staat bol van het egocentrisme, alles draait om het ‘ik’.
Een paar generaties terug was dit vele malen minder, waren mensen meer afhankelijk van elkaar, en was het individualisme vele malen minder.

Natuurlijk, ik ben blij dat God mij ergens geplaatst heeft waar het individu wordt erkend, aan de andere kant is dat niet altijd zo, kijk maar naar het aantal abortussen in Nederland, ook zij zijn een individu en worden niet erkend!

Toch ben ik en jij er door beïnvloed. De vrijheid die wij hebben om te kiezen is niet altijd zo geweest, maar dit vergeten wij vaak.
Niet iedereen heeft deze vrijheid ontvangen, niemand kiest voor een armzalig bestaan en vraagt vaak om hulp.
Vaak draait het allemaal om mijzelf, kijk ik de andere kant op als er iets gebeurt, en ik raak immuun voor al die zielige beelden. Zoals onlangs de ramp in Japan.
Bij het zien van de beelden gaat er een schok door je heen, en dan?
Inmiddels zijn we een hele tijd verder, en ben ik Japan en daarmee de mensen vergeten.
Juist deze gedachten maken dat mijn individualisme het wint van Jezus’ liefde voor de hulpbehoevenden en maken dat ik anderen steeds meer verwaarloos.

Druk, iedereen is vreselijk druk.
Drukte weerhoudt mensen er vaak van om echt te vragen hoe het met iemand gaat. Vaak komen er dan plichtmatige vragen van of het goed met je gaat, terwijl ze eigenlijk hopen dat je zegt goed, dat voorkomt een pijnlijke stilte of ongemakkelijke houding.

Druk met van alles en nog wat.
Druk met de kerk, druk met de sport, druk met de studie, druk met het werk, druk met ….. . En wanneer we ‘niets’ te doen hebben, vullen we ons hoofd met iPod, iPhone, Wii of ….
Wij zijn ijverige mensen, wij geloven in verantwoordelijkheden, in kwaliteit, dus hebben we het druk en het lijkt of dit een goede eigenschap is.

Hoe leefde Jezus?
Hij nam de tijd om met zijn mensen te praten, om urenlang na te tafelen.
Hij holde niet van de ene naar de andere vergadering, maar nam de tijd voor mensen. Hij had het nooit te druk om te blijven staan, om iemand te helpen.

Ik wil net zo zijn als Jezus, waar moet ik beginnen?
Wat ik wel weet dat dit zijn avontuur wordt. Ik weet dat Christus mij leidt en geneest en mij meer maakt zoals Hijzelf is.

Opzettelijk onwetendheid en schuldbewuste liefdadigheid
‘Als iemand weet hoe het hoort maar er niet naar handelt, dan zondigt hij.’
                                               Jakobus 4:17

Ronald J. Sider, Rich christians in an age of hunger:
‘Heel vaak weten we genoeg om ervoor te kiezen niet méér te willen weten omdat we ons anders schuldig gaan voelen……… Rijke christenen weten genoeg over de vreselijke gevolgen van armoede om die speciale tv-uitzending over armoede uit te zetten…….. We weten dat meer weten ons moreel zal verplichten om anders te worden.’

Deze uitspraak raakte mij, omdat ik er veel herkenning in heb, zoals hierboven te lezen valt.
Vaak wil ik dingen niet weten, niet weten over de cijfers van de armoede, van de kinderen die op straat moeten wonen, omdat er niemand is die naar ze omkijkt.
Naar de cijfers van kinderen die nooit geen kans kregen om op te groeien.
En tegelijk beschermen mij deze cijfers, als ze gezichten kregen was het nog moeilijker.

Die onwetendheid is opzettelijk, ik probeer mijn hart te sluiten voor de ellende in Afrika, voor de kinderen in de weeshuizen. Als ik me laat gaan, dan ga ik eraan kapot. Dan komt de vraag aan God: ‘waarom God, waarom?’

Soms word ik gebeld door een of ander bureau dat je vraagt of je rijk wil worden én een goed doel wilt steunen. Twee vliegen in één klap!
Wat een bedrog, het gaat om onze hebzucht. Als ík er beter van word, kan ik dit ‘rechtspreken’ doordat er een gedeelte van het geld naar een goed doel gaat.
Op die manier probeert men een bijdrage te leveren om geen schuldgevoel te krijgen, en daarom past dit goed.
Of men geeft geld na een ramp, zodat je je geweten kunt sussen en zeggen dat je iets gedaan hebt voor de ander.

Wil God dat ik mij schuldig voel over de slechte dingen in deze wereld?
Ik denk dat Hij wil dat ik berouw toon, dat Hij mijn liefde wil.
Met zijn genade wil Hij me tot rust brengen.

‘God, geef mij alstublieft een hart als dat van U. echte liefdadigheid, echte ontferming bloedt. Het is niet iets afvinken zonder erbij betrokken te raken, zonder erbij na te denken. Ik weet dat U geen offers wilt die mij niets kosten. ‘Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten (1 Korinthiërs 13:3). Als ik al mijn geld geef tot op de laatste cent, maar ik doe het niet vanuit Uw liefde, dan heb ik mijn geld verspild. Ontferming zit vast aan mijn hart. God, wilt U altublieft mijn hart veranderen. Ik geef het aan U. verandert U het radicaal zodat ik met Uw liefde lief kan hebben.’

Mijn last is licht
‘Want God liefhebben houdt in dat we ons aan zijn geboden houden. Zijn geboden zijn geen zware last, want ieder die uit God geboren is, overwint de wereld.’
                                                           1 Johannes 5:3-4

Jezus heeft gezegd dat wie Hem wil volgen zichzelf moet verloochenen en zijn kruis op zich moet nemen (Mattheüs 16:24).
Dienstbaar zijn is niet eenvoudig, maar het is geen last.
Je zou kunnen zeggen dat dit een tegenstelling is in het dienen van Christus.
Want Jezus zegt ook: ‘Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht.’ (Mattheüs 11:30).
Hoe kunnen we deze twee uitspraken met elkaar rijmen?

Dietrich Bonhoeffer vertelde ‘als Christus iemand roept, vraagt Hij hem om te komen sterven.’
Zware woorden die je zomaar een naar gevoel kunnen geven.
Dit kan van alles betekenen, Bonhoeffer  is omgekomen toen hij opkwam tegen de gruwelijkheden in nazi-Duitsland.
Het kan ook zijn dat ik iets van mijn welvaart moet inleveren om anderen te helpen.
Dat ik tijd uittrek voor die jongen/meisje die door niemand gezien wil worden.

Wát Jezus van mij gaat vragen weet ik niet, maar het kan zwaar zijn.
De belofte die Jezus ons geeft maakt dat daarom zo fijn: als ik moe ben van het dienen, zal Hij me rust geven.
Hij vraagt niet of ik de lasten van de hele wereld op mij neem, die last draagt Hij. Van mij vraagt Hij alleen maar dat ik van Hem houd.

Dan breekt je licht door als de dageraad,
je zult voorspoedig herstellen.
Je gerechtigheid gaat voor je uit,
de majesteit van de HEER vormt je achterhoede.

Dan geeft de HEER antwoord als je roept;
als je om hulp schreeuwt, zegt hij: ‘Hier ben ik.’
Wanneer je het juk van de onderdrukking uitbant,
de beschuldigende vinger en de kwaadsprekerij,

wanneer je de hongerige schenkt
wat je zelf nodig hebt
en de verdrukte gul onthaalt,
dan zal je licht in het donker schijnen,
je duisternis wordt als het licht van het middaguur.

De HEER zal je voortdurend leiden,
hij zal je verkwikken in dorre streken,
hij maakt je botten sterk en krachtig.
Je zult zijn als een goed bevloeide tuin,
als een bron waarvan het water nooit opdroogt.
                                   Jesaja 58:8-11

Wat een troost!
God wil mij en jou helpen bij het dienen van anderen.

Ik nodig jou uit, om deze woorden goed te lezen, en na te denken hoe jij een hart kunt krijgen voor de noden van deze wereld, en niet immuun te worden voor al die verhalen erover!

Voor mijzelf was het leerzaam, ik hoop het voor jullie als lezers net zo is/zal zijn.

De cursief weergegeven tekst (buiten de Bijbelteksten om) zijn citaten uit het boek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten